Waarom Vincent Bacote als zwarte theoloog de racistische Kuyper niet bij het grofvuil zet
Is er hoop na de gruwelen van slavernij en racisme? Daarover buigt Vincent Bacote zich deze maand in Utrecht. In gesprek met deze Afrikaans-Amerikaanse theoloog over de invloed van Abraham Kuyper: Kuyper gaf hem permissie om naar heavy metal te luisteren én kwetste hem tot op het bot met zijn racistische teksten. 'Hij beschouwde iemand als ik als inferieur.'
Het kan gebeuren dat je groot liefhebber van de heavymetalband Iron Maiden bent, én theologieprofessor wordt. Het kan ook gebeuren dat je als Afrikaans-Amerikaanse evangelical hartstochtelijk fan wordt van de Nederlandse theoloog-politicus Abraham Kuyper. Zoiets gebeurt dan wel niet elke dag – maar dr. Vincent Bacote is het allemaal overkomen. Deze maand bezoekt hij de Theologische Universiteit Kampen|Utrecht voor de Herman Bavinck Lezing. Bacote zal daar vanuit de gereformeerde theologie spreken over hoop na de gruwelen van slavernij en racisme.
In een van zijn boeken, The Political Disciple, beschrijft Bacote hoe hij opgroeide in een Amerikaans gezin dat altijd Democratisch stemde omdat dat nou eenmaal de partij was die beter zorgde voor mensen die geen witte huid hadden. Hoe hij als achtjarig ventje al in Jezus geloofde, zich op zijn elfde liet dopen, en van jongs af aan probeerde een goede christen te zijn. Daarnaast koesterde Vince tijdens zijn tienertijd de droom om op een dag rockster te worden. Dit klinkt allemaal gezellig en onschuldig, maar in gepolariseerd christelijk Amerika krijg je niets cadeau: er ontstaan allerlei fricties tussen de verschillende identiteiten van deze ene persoon.
U kreeg op een dag commentaar van medechristenen op uw muzieksmaak.
“Ja, en op mijn droom om rockster te worden. Ik leerde pas basgitaar spelen rond mijn vijfentwintigste, maar heb in mijn leven veel instrumenten bespeeld, waaronder saxofoon en piano en viool – maar mijn liefde voor rockmuziek zorgde voor een crisis. Andere mensen vonden dat de relatie tussen het christendom en zulke muziek problematisch was. Ik kreeg te horen dat het niet bij mijn christelijke commitment paste.”
Geen Iron Maiden en Black Sabbath voor de volgelingen van Jezus?
“Christenen wisten niet wat ze aan moesten met alle beeltenissen en logo’s en clips van zulke bands. Overigens waren niet alleen christenen, maar allerlei soorten Amerikanen bezorgd over wat de negatieve maatschappelijke impact van rockmuziek zou kunnen zijn. Het probleem is volgens mij dat je dan aanneemt dat muziekluisteraars willoze, passieve ontvangers zijn van alle media die ze tot zich nemen. Als ik een lied luister, betekent dat niet dat ik het compleet eens ben met alles wat die muzikanten vinden. Of dat je zelf net zo wild bent als de bandleden. Ik was dat zeker niet, maar ik hield gewoon van die muziek. Dat kon ik moeilijk uitleggen aan mijn christelijke medestudenten: dat ik de muziek leuk vond, de talenten van de rockers kon waarderen, maar hen verder niet per se als voorbeelden zag.”
Wereldse kunst en cultuur
In zijn boek vertelt Bacote dat hij daarna een tijdje alleen nog maar naar christelijke radiostations heeft geluisterd. Daar nam hij de boodschappen van de presentatoren zeer serieus. Hij kwam gaandeweg steeds meer in aanraking met christenen die heel anders in het leven stonden: zij stemden bijvoorbeeld altijd Republikeins, omdat christen-zijn betekende dat je de joods-christelijke cultuur moest beschermen – en het ongeboren leven.
Had u ook zo’n fase dat alle duivelse cd’s in de prullenbak moesten?
“Ik ben door een korte fase gegaan waarin ik bijna al mijn rock-, r&b-, en trancemuziek weggooide. Maar die collectie begon ik binnen een jaar gewoon weer opnieuw op te bouwen. Het punt is voor mij: de aanname dat muziek alleen maar negatieve invloed kan hebben is verkeerd. De muziek was zo mooi, dat geluid, de intensiteit van de optredens. Wat een grandeur! Mijn liefhebberij had meer te maken met de culturele kwaliteit dan met de boodschap die de zangers me eventueel zouden willen meegeven over hoe ik mijn leven moest vormgeven.”
Hebt u uiteindelijk het gevoel van dissonantie kwijt weten te raken tussen uw christelijke omgeving en uw seculiere muzieksmaak?
“Dat heeft wel een tijdje geduurd. In de jaren sinds deze worstelingen begonnen, heb ik geprobeerd uit te zoeken hoe je voor jezelf en anderen kunt verdedigen dat je houdt van kunst en cultuur van buiten de christelijke context. Daarin was niemand om me heen consistent. Sommige dingen die buiten de kerkmuren werden gemaakt en verzonnen en gezegd, vonden ze mooi, maar niet alle. Ik wilde mensen helpen om juist deel te nemen aan het publieke leven. Word maar filmmaker, muzikant, politicus, kunstenaar, neem een publieke rol aan, ga die verbinding aan met de wereld om je heen. Voor veel christenen is dat moeilijk.”
‘Word maar filmmaker, muzikant, politicus, kunstenaar, neem een publieke rol aan, ga die verbinding aan met de wereld om je heen’
Is dat zo? Dit klinkt voor mij als een marginaal probleem van evangelicals en sommige reformatorische gelovigen. De rest van de christenen staat toch gewoon midden in de samenleving?
“Ze zitten volgens mij in de meeste christelijke tradities: mensen die de wereld links laten liggen, of in ieder geval niet zoveel interesse hebben in deelname aan de maatschappij. Geen prioriteit stellen in het verder helpen van de wereld, op wat voor manier dan ook. Dat komt doordat deze mensen vinden dat de focus op het verticale het belangrijkste is: verbinding met God. Soms baseren ze dat op de bijbelse waarschuwing om geen ‘werelds’ persoon te zijn.”
Hoe bent u zelf weer ‘in de wereld’ teruggekomen?
“Een eerste brug was voor mij het denken van theoloog en filosoof Francis Schaeffer. Die moedigde het enorm aan dat je je als christen inliet met de cultuur waarin je leefde. Toch kreeg ik pas echt theologische taal voor mijn levenspad toen ik Abraham Kuyper las. Hij opende definitief de deur voor mij.”
Zuurstofmasker
Bacote schrijft ergens dat de ontmoeting met de gedachten van Abraham Kuyper (1837-1920) aanvoelde alsof hem een zuurstofmasker werd opgezet. Jarenlang had hij het gevoel gehad dat hij voortdurend naar adem moest happen in een theologisch vacuüm, maar toen was daar ineens vader Abraham. Hij vertelt erover als een ‘opwindende ontdekking’ en dat kan voor de Nederlandse lezer een beetje verrassend zijn. Kuyper vertegenwoordigt een stukje vaderlandse geschiedenis waarover de gemiddelde Nederlander maar weinig weet, en waarvoor nog minder Hollanders echt warmlopen. Toch is Vincent Bacote niet uniek in zijn waardering van ons gereformeerde theologische erfgoed. In verschillende christelijke kringen buiten ons land, zoals bij Zuid-Koreaanse en Amerikaanse calvinisten, heeft Kuyper tegenwoordig de status van een rockster.
Dankzij Abraham Kuyper durfde u weer naar Iron Maiden te luisteren, en dat is toch echt iets wat u even aan ons moet uitleggen.
“Kuyper zei bijvoorbeeld: je moet God in de kerk prijzen, maar zéker ook in de wereld. Zulke taal had ik nog niet, maar ik was er altijd naar op zoek geweest. Toen ik er voor het eerst over las, dacht ik: hier houd ik van, maar ik ben benieuwd of ik veel tegenstand zal ervaren als ik erover vertel. Mensen zijn weleens argwanend, afwijzend in hun benadering van alles wat zich afspeelt buiten het domein van kerk en geloof. Dan zeggen ze: je moet niet te veel betrokken raken bij de wereld. Maar voor mij klinkt dat helemaal niet christelijk. Christenen hebben toch zoveel mogelijkheden én verantwoordelijkheden in deze wereld. Jezus’ grote opdracht is om mensen over de hele wereld tot discipelen te maken, zeker. Maar er was nog een grote opdracht aan het begin van de Bijbel: de eerste grote opdracht voor de mensheid is om als goede rentmeesters de hele schepping tot bloei te laten komen.”
Bijvoorbeeld met een elektrische gitaar in je hand.
“De talenten van goede muzikanten noem ik nu in het spoor van Abraham Kuyper ‘common grace gifts’, gaven van algemene genade. Dat is de belangrijkste theologische lijn die ik van Kuyper leerde.”
Bij mijn ouders stonden oude boeken in de kast, met de titel ‘De gemeene gratie’. Dat is het werk waarop u doelt, die ‘common grace’. Wat betekent deze term?
“Op z’n simpelst gezegd: God heeft deze wereld en deze schepping niet opgegeven. En omdat God de schepping niet heeft opgegeven, toont God er zijn goedheid aan. Dat blijkt bijvoorbeeld uit allerlei Godgegeven talenten die mensen hebben. Of zij God nou erkennen als bron van hun gaven of niet; waarderen we hun kunsten, dan eren wij God als de gever daarvan. Toen de zaken misgingen tijdens de zondeval, bleef de aarde gewoon draaien. God gooide het niet allemaal weg, maar liet de mogelijkheid open dat er goede dingen bleven gebeuren. We kúnnen er nog wat van maken.”
Er is nog wat goeds in deze wereld, en dat is het waard om voor te vechten.
“Door de vloek van de zondeval werd niet alles ineens volkomen waardeloos. Er kan nog zoveel vruchtbaars gebeuren, van agrarische ontwikkelingen tot politiek, wetenschap, kunst, technologie, al die dingen zijn nog mogelijk. God verklaart de aarde niet tot mesthoop waar alles wat je doet stinkt. Wel is alles onvermijdelijk gecompliceerd, en daar heb je rekening mee te houden.”
Zo kwam u er eerst achter dat Kuyper uw theologische redder was, om al snel te ontdekken dat hij ook weer niet perfect was. Hij was bijvoorbeeld helemaal niet vrij van racisme, en dat was een behoorlijke klap in uw gezicht. Hoe gaat u daar nu mee om? U bent nog altijd fan.
“Wat we dan niet moeten gaan doen, is ons imago proberen te redden. Zo van: ja, racisme en kolonialisme waren slecht, maar soms viel het toch ook wel weer mee! Nee, ik zou zeggen: of je nou calvinist of evangelisch of wat dan ook bent, je gelooft dat alle mensen slechte dingen kunnen doen. Juist ook christenen. We moeten kunnen terugkijken en zeggen: jongens, dat was echt verschrikkelijk. Daarbij moeten we niet in de valkuil stappen om te doen alsof wijzelf perfect zijn en nooit hun fouten zouden hebben gemaakt. Dat weet je helemaal niet, hè?”
‘Dat zwart-witte voelt vast heel comfortabel, maar het is voor mij te simplistisch’
Veel mensen zouden vandaag de dag zeggen: als je zulke racistische dingen kunt uitkramen, hoeven we je boeken niet meer te lezen.
“Kuyper was op z’n zachtst gezegd een gecompliceerd persoon. In mijn Bavinck Lezing wil ik betogen dat we de waarheid moeten spreken over slavernij en racisme. Voel je maar oncomfortabel met dit deel van de geschiedenis. Maar beweer niet dat jij weet wat hierna komt. Dat jij álles weet over een hele persoon, een hele cultuur of een heel land. Dat zwart-witte voelt vast heel comfortabel, maar het is voor mij te simplistisch. Als christenen moeten we verkeerde dingen ook als verkeerd blijven erkennen, en tegelijkertijd een manier vinden om te zeggen: maar dit en dat was dan weer wél een goede bijdrage.”
Over Kuypers racisme schrijft Bacote elders dat het niet ongebruikelijk was voor een man van zijn tijd. En dat het hemzelf heeft geholpen om een kritisch denker te worden: hij moest zich vasthouden aan de goede aspecten van Kuypers theologie, ‘terwijl ik wist dat hij iemand als ik als inferieur zou hebben beschouwd’. Bacote noemt zichzelf nog altijd kuyperiaan, omdat hij ervan overtuigd is dat de theologie van Kuyper eigenlijk in tegenspraak is met het racisme dat de man zelf aan de dag legde. Misschien kon de theoloog in het dagelijks leven niet tippen aan zijn eigen theologie, en zo zeldzaam is dat nou ook weer niet.
Wat bent u een mild mens.
“Maar racisme is nog steeds een probleem, en we moeten toegeven dat het complex is. Je dealt met iets wat eeuwenoud is. Soms maak je een sprong voorwaarts, maar verder kun je alleen maar kleine verbeteringen blijven aanbrengen. Zo werkt dat. Dit is geen excuus om zo langzaam mogelijk te lopen – het is de realisatie dat, hoe snel je ook probeert te lopen, je altijd weer zult worden vertraagd door de complexiteit van het probleem. De transformatie van mens en maatschappij is een langzaam proces. We moeten tegelijkertijd geduldig én ongeduldig zijn. Geduldig omdat er niet elke dag een wonder gebeurt. Ongeduldig in die zin dat ik nooit moet gaan denken: joh, laat maar zitten, daar hoef ik me niet druk om te maken, daar hoef ik niks aan te veranderen. Zo moeten we leven: ongeduld helpt ons om geëngageerd te blijven, geduld helpt ons om vol te houden.’
Dr. Vincent Bacote (1965) is hoogleraar theologie aan Wheaton College, vlak bij Chicago. Daar bestuurt hij ook een centrum voor toegepaste christelijke ethiek. Op 14 juni spreekt Bacote de Herman Bavinck Lezing uit in Utrecht. Herman Bavinck (1854-1921) was theoloog, tijdgenoot en in veel opzichten ook geestverwant van Abraham Kuyper. Net als die van Kuyper wint ook Bavincks theologie sterk aan populariteit in hedendaagse internationale gereformeerde kringen.
Schrijf je in voor de nieuwsbrief
Esther Maria Magnis: 'Hoe kan het nou waar zijn dat jij dezelfde God kent?'
Corien Oranje: ‘Ik heb vaak het gevoel dat ik tekortschiet’
Krimp? We zijn gewoon nog aan het ontdekken hoe we moeten groeien
Het nieuwe kabinet ademt de geest van Absalom
Maarten Burggraaf: ‘Ik ben bang voor de dood – wie zou dat niet zijn?’
Meer artikelen in dossier Theologie & filosofie
Vrede op aarde, maar hoe dan?
05 september 2024Een jaar geleden verscheen het boek Vrede op aarde van Stefan Paas, waarin hij voorstelt het heil te verbreden en voortaan te spreken over vrede, sjalom. Aan het begin van het kerkelijk seizoen stellen we de vraag: de kerk als oefenplaats van sjalom, hoe ziet dat eruit in de praktijk?
Wat is nog heilig in deze stomme wereld?
11 juli 2024Ook in onze seculiere samenleving zoeken veel mensen naar zin en betekenis. "Hoe kunnen we daar waarderend over spreken? Er gebeurt iets wezenlijks, er zit wel degelijk iets van de Geest in", gelooft Jan Martijn Abrahamse. Door deze ervaringen onder ‘het heilige’ te scharen, hoopt hij er meer ...
Verdiep je eens in atheïsten. Daar kun je zomaar geloviger van worden
11 juli 2024Veel te vaak lijkt het gesprek tussen gelovigen en atheïsten op een wedstrijd, aldus VU-filosoof Rik Peels in zijn nieuwe boek Leven zonder God. Beter zou het zijn om over en weer een poging te doen elkaar te begrijpen. In dit boek geeft hij een aanzet.