Jessica Nordell: Hoe je van je vooroordelen afkomt en waarom je dat zou willen
Iedereen heeft vooroordelen, bewuste en onbewuste. Op basis daarvan delen we mensen en de wereld in. Maar die vooroordelen kunnen negatieve gevolgen hebben en anderen uitsluiten. Het goede nieuws is dat we er iets aan kunnen doen, zegt wetenschapsjournaliste Jessica Nordell. "Probeer jezelf in te prenten dat je geen idee hebt wat er gaat gebeuren."
“Waarom zou ik jou dat vertellen?” zei actrice Anne Hathaway tegen de reporter die haar op de rode loper vroeg naar een privéconversatie. De opname daarvan dook onlangs ineens weer op en de actrice kreeg het flink voor de kiezen. De online goegemeente had het oordeel direct klaar: Hathaway was onbeschoft en gemeen. Dat de reporter in kwestie de eveneens bekende modejournaliste Anna Wintour betrof, een bekende van Hathaway, ontging de meesten. In reactie op de ophef ging vervolgens een tweet van ene Aaron Hoyland opnieuw viral: ‘Is zij onbeschoft of ben jij dermate sociaal geconditioneerd dat je gelooft dat vrouwen altijd warm, positief en vriendelijk moeten zijn en vind je het ongemakkelijk wanneer ze zich anders gedragen?’
De vrouw die warm, vriendelijk en vooral niet te mondig moet zijn – het is zo’n onbewust vooroordeel waar de Amerikaanse wetenschapsjournalist Jessica Nordell zich graag tegen verzet. Haar veelgeprezen boek Het einde van vooroordelen, dat onlangs vertaald werd naar het Nederlands, behandelt de onbewuste vooroordelen die mensen hebben en de gevolgen daarvan: hoe we door onze vooroordelen de persoon tegenover ons geen recht doen.
Is dat een accurate samenvatting?
Nordell, vanuit haar huis in Minneapolis: “Jawel, maar een belangrijke aanvulling daarbij is dat het verhaal niet eindigt bij het vaststellen van het probleem. Bias (vooroordelen, vooringenomenheid, red.) kan inderdaad serieuze, negatieve gevolgen hebben, maar het goede nieuws is dat er iets aan te doen is. Ik geef in mijn boek veel voorbeelden van mensen en organisaties bij wie dat gelukt is.”
Hoe werken onbewuste vooroordelen precies?
“Wanneer je opgroeit, leer je mensen in te delen in sociale categorieën, met bijbehorende stereotypen en associaties. Die culturele kennis is deel van ons geheugen. Bij menselijke interactie activeert ons brein informatie over die categorieën – denk aan etniciteit, leeftijd, gender, religie – en dat beïnvloedt vervolgens onze verwachtingen tijdens ontmoetingen en hoe we naar de ander kijken.
We denken als mensen graag dat we zelf aan het roer staan, maar we moeten meer handen aan het stuur dulden. Zelf zie ik het als een soort hallucinaties die we voor onszelf creëren: we interacteren niet met de werkelijkheid, maar met een projectie daarvan.”
U spreekt liever over ‘niet onderzochte vooroordelen’ dan over ‘onbewuste vooroordelen’. Waarom is dat?
“Binnen de psychologie onderscheidt men aan de ene kant de veelal openlijke vooroordelen, zoals wit nationalisme en homofobie, en aan de andere kant de onbewuste vooroordelen. De psychologische framing van onbewuste vooroordelen is dat zij geen afspiegeling vormen van onze echte waarden. Anders gezegd: we geloven dat iedereen gelijk is, maar door aangeleerde culturele stereotyperingen handelen we daar niet of onvolledig naar.
Dat onderscheid is volgens mij een oversimplificatie. Op basis van mijn onderzoek en gesprekken met kenners zie ik vooroordelen meer als een soort spectrum. Wanneer ik mij op een vooringenomen manier gedraag, kan dat zijn omdat ik bijvoorbeeld daadwerkelijk vind dat een vrouw altijd vriendelijk moet zijn. Ik heb dat vooroordeel van mij dus nog niet goed genoeg onderzocht. Ik ben misschien nog niet introspectief genoeg bezig geweest. Daarom denk ik dat de term ‘niet onderzochte vooroordelen’ een betere weerspiegeling is van de wat heiige, troebele realiteit.”
‘Stereotypen werken als een gokmachine: één keer in de zoveel tijd komt het vooroordeel uit en denk je: zie je wel!’
Fout gedrag
Een ongemakkelijk aspect van stereotypen is dat ze soms een combinatie zijn van feit en fictie. In de documentaire, dan wel het pamflet, Zwart als roet (2014), van filmmaker Sunny Bergman zie je hoe voorbijgangers in het Amsterdamse Vondelpark heel anders reageren op een witte Nederlander die een fietsslot probeert open te breken dan op een Surinaamse en Marokkaanse Nederlander. Fout gedrag, uiteraard. Tegelijk zijn Marokkaanse Nederlanders oververtegenwoordigd in allerlei criminele statistieken.
Maakt dat nog verschil?
Nordell: “Stereotypen werken als een gokmachine: één keer in de zoveel tijd komt het vooroordeel uit; je ‘wint’, denkt: zie je wel!, en gaat door met hetzelfde gedrag. In de psychologie wordt dat ook wel intermitterende of onderbroken bekrachtiging genoemd. De realiteit is echter dat vooroordelen vaker niet kloppen dan wel. Het blijft een probleem dat we een situatie al inkleuren, op basis van onze culturele kennis, voordat we alle informatie hebben om dat oordeel te vellen. Onschuldige mensen kunnen daar de dupe van zijn.”
Nordell haalt een voorbeeld aan uit haar vorige leven, toen ze als consultant voor een marketingbureau werkte. “Met een van onze klanten behaalde ik fenomenale successen. Ik begreep de klant, hun product en hun doelgroep. Maar mijn leidinggevende zei dat mijn succes een toevalstreffer was – zoals het succes van vrouwen wel vaker aan allerlei factoren wordt toegeschreven, behalve hun professionele kwaliteiten. Dat was ongelooflijk frustrerend, omdat ik het gevoel had opgesloten te zitten in iemands anders’ perceptie, zonder mogelijkheid om daaruit te ontsnappen.”
‘Hij zei dat mijn succes een toevalstreffer was. Dat was frustrerend omdat ik opgesloten zat in iemand anders’ perceptie’
Mensen staan er niet om bekend dat ze graag van mening en gedrag veranderen. Waar begin je bij het aanpakken van vooroordelen?
“Klopt, bepaalde denkpatronen wortelen diep in ons brein. Tegelijk, en daarom heb ik het boek ook geschreven, zijn er dingen die je eraan kunt doen die voor aantoonbare gedragsverandering zorgen. Een bekend voorbeeld is de contacthypothese, die vaak aan psycholoog Gordon Allport wordt toegeschreven. De contacthypothese stelt dat wederzijdse vooringenomenheid vermindert wanneer verschillende partijen een gelijkwaardige status krijgen en samenwerken voor een gemeenschappelijk doel. Een boeiende studie met Indiase cricketspelers, afkomstig uit verschillende kasten, laat dit ook zien.”
Maar er zijn veel ‘contactmomenten’ denkbaar waarbij dit gezamenlijke doel ontbreekt of waarbij er ideologische verschillen zijn over wat dat doel zou moeten behelzen.
“De contacthypothese is vooral onderzocht binnen de sportwereld en het leger, waar ideologische verschillen er tijdens het behalen van het gemeenschappelijke doel – een doelpunt maken of de vijand uitschakelen – niet zo toe doen.”
Hoe werkt het dan bij ontmoetingen met mijn evangelische buurman op nummer 20 en het Somalische gezin op 24, over wie ik voor het eerste gesprek al van alles geconcludeerd heb?
“In een diverse omgeving is het aannemen van een lerende houding, het idee dat je van ieder mens iets kunt opsteken, van groot belang. In plaats van al direct in de verdediging te gaan, stel je je daarmee juist open voor nieuwe inzichten. Probeer jezelf in te prenten dat je geen idee hebt wat er gaat gebeuren; ieder persoon brengt tientallen jaren aan persoonlijke geschiedenis met zich mee waar we geen idee van hebben. Dat vraagt om bescheidenheid en nieuwsgierigheid. Een ontmoeting met iemand met een heel andere achtergrond is spannend, maar ik denk dat iedereen kan beamen welwillend te zijn wanneer een gesprekspartner oprecht nieuwsgierig en bescheiden is.”
Plooien gladstrijken
Ook met een lerende houding zal niet iedere ontmoeting soepel verlopen. Goedbedoelde opmerkingen kunnen toch onhandig of zelfs respectloos zijn. Nordell kreeg zelf eens het verwijt een badinerende toon aan te slaan. Dergelijke zaken kunnen ten koste gaan van het, soms kwetsbare, gevoel van psychologische veiligheid dat nodig is voor een gesprek van hart tot hart. Nordell: “Het groeiproces is er een van vallen en opstaan, waarbij het verlangen aanwezig moet zijn om eventueel door jou gemaakte plooien weer glad te strijken.”
Niemand wordt graag gecorrigeerd of, erger nog, uitgemaakt voor bijvoorbeeld een racist of hooghartig persoon. Vraagt u niet te veel van de gemiddelde mens wanneer we op een volwassen, constructieve manier op zo’n verwijt moeten reageren?
“Het voorkomen van onbewuste uitsluiting hangt heel sterk samen met emotionele volwassenheid. Een van de grootste beperkingen van de moderne maatschappij is het collectieve gebrek aan emotionele vaardigheden. We vinden het moeilijk om op een rustige manier te reageren op terechte kritiek, we worden eerder boos of defensief. Maar hoe verkrijgen we die vaardigheden? Dat is een diepe vraag. Sommigen hebben baat bij therapie. Sommigen hebben baat bij meditatie. Welke manier je ook kiest: het gaat erom dat je jezelf ruimte geeft waardoor je niet direct als een in het nauw gedreven kat reageert op verwijten. Dan kun je bewuster, meer waardegedreven, gesprekken voeren.”
‘Een van de grootste beperkingen van de moderne maatschappij is het collectieve gebrek aan emotionele vaardigheden’
Wat is de wortel die u ons voorhoudt? Wat hebben we te winnen met deze emotionele arbeid?
“We worden betrouwbaardere mensen. We worden mensen die in staat zijn om relaties op te bouwen op basis van wederzijds vertrouwen en respect. We kunnen diepere verbindingen leggen met andere mensen en voor mij is dat de reden waarom we hier op aarde zijn.
Emotionele vaardigheden bieden de infrastructuur om met de moeilijkheden van menselijke relaties om te gaan. Maar ik begrijp ook dat niet iedereen wil groeien. Ik denk dat veel mensen zich comfortabel voelen bij hoe ze nu in elkaar zitten, hoe ze de wereld op dit moment zien. Dat herken ik zelf zeker. Je blootstellen aan het onbekende is nu eenmaal spannend.”
Heeft die arbeid op microniveau überhaupt nut wanneer racisme institutioneel is, zoals hier in Nederland bij de Toeslagenaffaire?
“De opgave waar we voor staan kan soms overweldigend voelen. In de Verenigde Staten is het rechtssysteem zo doorspekt met onrecht dat verandering van een individueel hart voelt als een druppel in de oceaan. Tegelijk zijn het uiteindelijk onze individuele breinen die die structuren in stand houden. Onze biases kunnen ervoor zorgen dat oneerlijk beleid in stand blijft en onrechtvaardige wetten worden aangenomen. Volgens mij bestaat er een sterk verband tussen wat er gebeurt op individueel en op structureel niveau.”
In uw boek haalt u een Franse studie aan die laat zien dat het, om vooroordelen te bestrijden, beter is om een groep, bijvoorbeeld Arabische vrouwen, in al zijn complexiteit te portretteren dan om alleen maar positieve beelden te laten zien.
Enthousiast: “Die studie is fantastisch, ik moet daar zó vaak aan denken. Het suggereert namelijk dat veel van ons ‘diversiteitsdenken’ de plank misslaat. Het gaat niet om ‘positieve rolmodellen’ laten zien, het gaat erom dat mensen kennismaken met de grote diversiteit binnen een bepaalde groep. Ja, er zijn lieve, vrijgevende Arabische vrouwen. En er zijn gemene, gierige Arabische vrouwen. Klinkt logisch, maar het zogenoemde ‘out-group homogeneity-effect’ is sterk. Dat is onze neiging om te denken dat onze eigen groep, in mijn geval ‘witte, Amerikaanse vrouwen’, zeer complex en divers is, terwijl mensen van andere groepen min of meer op elkaar lijken en hetzelfde vinden. Pas wanneer we beginnen te begrijpen dat iedere groep zo veelzijdig en ingewikkeld is als de onze, beginnen stereotypes langzaam op te lossen. Daar ligt dus ook een belangrijke opdracht voor de media en journalistiek.”
Heeft u door uw boek zelf waardevolle ontmoetingen gehad die u anders nooit gehad zou hebben?
“Absoluut. Ik kon soms nerveus zijn wanneer ik mensen ontmoette die een heel andere achtergrond hebben dan ik. Bang om de verkeerde dingen te zeggen, om elkaar niet te begrijpen. Maar die nervositeit is omgeslagen in nieuwsgierigheid. Regelmatig zoek ik zelfs bewust het gesprek met mensen buiten mijn bubbel. Dat maakt mijn leven rijker. Het gaat erom diegene niet te zien als onderdeel van een groep, maar als een eigen individu, met een set unieke ervaringen. Dat is een belangrijke voorwaarde om mensen te ervaren zoals ze daadwerkelijk zijn.
Gisteravond nog had ik negen mensen over de vloer om een plan te verzinnen waarmee we familieleden van een Afghaans vluchtelingengezin, waar ik sinds een jaar mee optrek om hen te helpen te acclimatiseren, over kunnen laten komen naar Minnesota. Er waren Afghanen, Pakistanen en Amerikanen, moslims, christenen en joden. De groep was een zeer eclectische mix en de ideeën waren oneindig. Een schoolvoorbeeld van de contacthypothese, eigenlijk. Binnen de ecologie heb je het begrip ‘grenszone’, waar verschillende ecosystemen elkaar raken. Die grenszones kunnen uitermate vruchtbaar zijn. Dat was hier ook het geval.”
Jessica Nordell is wetenschaps- en cultuurjournalist, opgeleid aan Harvard (natuurkunde) en de universiteit van Wisconsin (poëzie). Ze schreef onder meer voor The Atlantic en The New York Times. Na negatieve ervaringen met bias op de werkvloer (haar pitches voor wetenschappelijke artikelen werden aantoonbaar serieuzer genomen wanneer zij haar mails ondertekende met het genderneutrale ‘J.D.’ Nordell in plaats van ‘Jessica’) besloot ze om vooroordelen tot haar onderzoeksdomein te maken.
Jessica Nordell
Het einde van vooroordelen. Hoe voorkom je onbewuste uitsluiting?
Uitgeverij Ten Have
€ 24,99
Schrijf je in voor de nieuwsbrief
Claartje Kruijff: 'Nooit zal ik helemaal in de kerk passen, maar erbuiten pas ik ook niet'
Alfred van de Weg: 'Het is natuurlijk veel makkelijker om heel duidelijk te zijn over alles'
Rikko Voorberg: 'Soms denk ik: vlucht ik niet weg voor een serieuze baan?'
Hij bedoelde er niets mee. Daar ga je toch bijna van vloeken?
Vrede op aarde, maar hoe dan?
Meer artikelen in dossier Goede gesprekken
Jutta en Detlef maken deel uit van de Bruderhof: 'Geef alles op. Echt alles'
03 oktober 2024Aan de rand van het dorpje Darvell, met uitzicht op de glooiende hellingen van Sussex, zit Jutta Manke (72) in haar tuintje met zelfgebakken appeltaart. Haar man Detlef (75) komt schuifelend de koffie brengen. Hij is ernstig ziek, en daarom wonen ze hier aan de rand van de gemeenschap, in een ...
Rinke Verkerk: 'God is al die tijd ongewapend gebleven'
03 oktober 2024Misschien was het in haar hele leven wel de grootste daad van vertrouwen, zegt journalist Rinke Verkerk, dat ze God al haar wantrouwen en woede voor de voeten heeft gegooid.
Ivo Opstelten: 'In deze levensfase wil ik uitspreken: ik geloof. Punt.'
03 oktober 2024Oud-burgemeester, oud-minister en VVD-mastodont Ivo Opstelten trad dit jaar officieel toe tot de kerk. 'Sommigen zeiden: "Je bent knettergek om dat op je tachtigste nog te doen." Ik zei: "Nou, dan ben ik maar knettergek."'