Gevonden worden

De stilte stelde Machteld Siegmann een vraag: durfde ze simpelweg te zijn en te wachten? In een afgelegen atelier vond ze de rust waar ze naar zocht, maar ontdekte ze ook de beklemming van volledige afzondering. Wat eerst bevrijdend leek, werd confronterend—stilte dwingt tot zelfontmoeting.

06 maart 2025 verschenen editie 2025nr02

Veel schrijvers hebben een werkplek buitenshuis en dat geldt ook voor mij. Thuis vragen andere taken voortdurend om aandacht. Een wasmachine die piept, een klepperende brievenbus of een poes die boven op mijn toetsenbord gaat zitten omdat ze eten wil. Een aparte schrijfplek helpt de fictieve wereld van mijn verhalen af te schermen van de echte. In de echte voltrekt het lot zich aan mij, in de fictieve bepaal ik als een soort god het lot van mijn personages. Dit laatste klinkt lichtzinniger dan het is, want voor god spelen is hartstikke moeilijk. Het minste wat je kunt doen is ervoor zorgen dat je tijdens het werken niet voortdurend gestoord wordt. Het kan haast niet anders of God schiep ook in stilte.

Tot mei vorig jaar deelde ik een groot atelier met drie andere kunstenaars. Een tijdlang werkte dat prima, maar gaandeweg kreeg ik behoefte aan afzondering. Ik vond die in een voormalige jeugdgevangenis in Amsterdam-Oost, omgebouwd tot ateliers. Hier kon ik in alle rust werken aan mijn nieuwe roman – dacht ik.

Het kan haast niet anders of God schiep ook in stilte

Mijn kamer heeft iets van een kloostercel. De ramen zijn zo hoog geplaatst dat ik alleen de boomtoppen en de lucht kan zien. Mijn buurman is een vergeetachtige 88-jarige die één keer per maand zijn schilderijencollectie komt inspecteren onder het genot van een sigaar; na tien minuten vertrekt hij weer en draait alle deuren van onze verdieping achter zich op slot, hoewel hij me net nog gesproken heeft en dat dus helemaal niet nodig is. Er is geen internet, de intercom is kapot, de sleutel van mijn brievenbus is kwijt en de verhuurder maakt vooralsnog geen haast met het fiksen van dingen, dus niemand kan mij hier storen.

Hoewel het precies is wat ik zocht, vielen de eerste maanden mij zwaar. Ik kan me niet herinneren op dagelijkse basis zo lang alleen te zijn geweest, en de euforische stemming van de eerste weken sloeg al snel om. Schrijven lukte niet meer goed, de stilte was zo luid dat ze alle woorden overstemde. De fictieve wereld waarom het mij te doen was, kromp ineen tot een knipperende cursor op een leeg scherm. De zomer ging voorbij, de dagen werden korter, de herfst diende zich aan en bracht de ontoereikendheid van mijn verwarming aan het licht. De meeste kunstenaars in het gebouw hielden het voor gezien of droegen gewatteerde pakken. Zelf bleef ik koppig komen, al deed ik tegen die tijd weinig anders meer dan wat gedachten neerkrabbelen en naar het plafond staren.

Het was me inmiddels wel duidelijk: hier stond meer op het spel dan simpelweg het schrijven van een nieuwe roman. De stilte stelde me een vraag, en die luidde: durf je simpelweg te zijn en te wachten?

In die maanden las en herlas ik de sonnettenkrans Quarantaine van de Amerikaanse dichter Malachi Black. In zijn gedicht ‘Noon’ (vert. Menno van der Beek) schrijft hij: Ik hak een groot gat in mijzelf voor u/maar u bent stil. U bent verlegen. Het deed me realiseren hoe paradoxaal zelfgekozen eenzaamheid is, en dat het verlangen naar afzondering vooral een verlangen is gevonden te worden.

Er is een vreemd soort helderheid die kan ontstaan in afzondering. Iedereen die weleens op retraite is gegaan, weet dat. In het begin maakt de stilte je onzeker, soms zelfs angstig. Maar gaandeweg, als je er ja tegen durft te zeggen, ontstaat er ruimte. Ik ken u als een opengaan, dicht Black in ‘Terts’.

Inmiddels zit ik hier nu bijna een jaar. De iepen in de straat krijgen blad en de zon schijnt steeds krachtiger. De stilte is er nog steeds maar voelt anders, vriendelijker en zachter. Als ik nu uit mijn concentratie raak, is het door een merel die uitbundig zingt onder mijn raam. Ik moet op een krukje klimmen om hem te zien.

Misschien is dit de werkelijke les van afzondering: dat het ongemak van de leegte niet per se overwonnen hoeft te worden, maar doorleefd. Dat in de stilte niet minder leven is, maar meer – een leven dat zich niet opdringt, maar zich onthult aan wie bereid is te wachten. Want alles wordt voortdurend vernieuwd, schrijft Black in ‘Vigilie’: Er is geen eind: wat al geweest is komt weer langs […].

Machteld Siegmann (1972) debuteerde in 2019 met De kaalvreter. Daarna volgden de roman Wachter op de morgen (2022) en de verhalenbundel Aloha (2024). Momenteel werkt ze aan een nieuwe roman.
Road to anxienty- 2-Albertus Vembrianto kopie 2
Nederlandse politiek

Zij kregen nooit excuses van ons

06 februari 2025
Hoewel er op internationaal niveau kleine maar hoopvolle stappen worden gezet om de inwoners van West-Papoea recht te doen, is er nog een lange weg te gaan, ziet Aad Kamsteeg (84). De Nederlandse overheid zou om te beginnen weleens excuses mogen maken, zegt hij. ‘Ik lees in de Bijbel dat Hij hart ...
Aad Kamsteeg
De democratie heeft ons geloof nodig
Column

De democratie heeft ons geloof nodig

06 februari 2025
Een donkere geopolitieke tijd breekt aan. Democratie vraagt nu om geloof: een grondhouding van vertrouwen, weerbaarheid en actie.
Rik Peels
Pleidooi-tegen-verdinglijking
Goede gesprekken

Wie ben ik zonder jou?

06 februari 2025
In een tijdperk waarin autonomie het hoogste goed is, en iedereen zelf mag bepalen wie hij, zij of die is; zijn we toch eenzamer dan ooit, en piekt de druk op de geestelijke gezondheidszorg. We zijn iets vergeten, zegt psycholoog Liesbeth Woertman (die te rade ging bij dominees, godsdienstfilosofen ...
Alain Verheij

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

Lees elke week 2 artikelen uit de Nieuwe Koers gratis

Vul zowel uw e-mailadres, voornaam als achternaam in.

Uw e-mailadres is niet correct.

Bij het aanmelden gaat u akkoord met onze privacyverklaring en de algemene voorwaarden.