En verlos ons van de smartphone
Onderzoek na onderzoek wijst uit: de smartphone maakt ons leven leeg en ongelukkig. En vooral dat van jonge generaties. Tijd om eens onbarmhartig in de spiegel te kijken.
“Als er iets is wat ik geleerd heb van de gesprekken met mijn mede-gen Z’ers, dan is het wel dat we het bijna unaniem eens zijn over de verwoesting die onze smartphones hebben aangericht. Ik heb nog nooit iemand horen zeggen: ‘Ik haat mijn moeder nog steeds omdat ze me pas op mijn dertiende een smartphone gaf!’”
Gen Z is de generatie mensen die geboren zijn tussen 1996 en 2010. En aan het woord is één van hen, Rikki Schlott, 24 jaar. Ze kreeg een smartphone op haar 10e, een Instagram-account op haar 11e. Ze schrijft een essay op het platform After Babel van de Amerikaanse sociaal psycholoog Jonathan Haidt. In juni verschijnt van zijn hand Generatie Angststoornis, waarin hij uitwerkt hoe er sinds de opkomst van social media en smartphones een mentale epidemie woedt.
Een van de meest recente onderzoeken die dat onderschrijft, komt van de Universiteit van Michigan. Bijna de helft van de tieners herkent zich in uitspraken als ‘Ik kan niets goed doen’, ‘Ik geniet niet van het leven’ en ‘Mijn leven is niet nuttig’. Dat is ongeveer twee keer zoveel als vijftien jaar geleden, toen de smartphone de wereld veroverde, en social media in je broekzak belandden.
‘Gen Z’, schrijft Rikki, ‘heeft een post-hoopwereld geërfd, ontdaan van wat ertoe doet. In plaats daarvan is ons een waaier aan gemakkelijke en onbevredigende alternatieven aangeboden. Alle dingen die het leven van oudsher de moeite waard maakten – liefde, gemeenschap, land, geloof, werk en familie – zijn ‘ontkracht’. Sentimenten die ik vaak hoor van leeftijdsgenoten: Liefde? ‘Monogamie is zo achterhaald.’ Gemeenschap? ‘Ik heb genoeg vrienden online.’ Land? ‘Ik schaam me voor mijn land.’ Werk? ‘Ik zet geen stap te veel.’ Familie? ‘Ik zet geen kinderen op deze vervloekte wereld.’ Geloof? ‘Mijn ouders zijn zulke naïeve bijbelfanaten. Trouwens, wat is jouw sterrenbeeld?’
We hebben op de redactie van De Nieuwe Koers flink gediscussieerd over dit verhaal. Is het zo apocalyptisch als Rikki schrijft? Of is meer nuance geboden? Is het echt zo dat het scherm in onze broekzak onze relaties uitholt, onze mentale en fysieke gezondheid bedreigt, onze ontwikkeling belemmert en ons ongelukkig maakt? Of is het een kinderziekte die hoort bij technologische innovatie, een kwaal die we uiteindelijk ontgroeien?
Klik hier voor feiten & cijfers
6 uur
Nederlandse jongeren spenderen gemiddeld 6 uur per dag op hun smartphone
500%
Het aantal jonge tieners (10-14) dat met zelfverwonding werd opgenomen steeg dramatisch sinds social media in 2012 beschikbaar kwamen op smartphones
237 meldingen
Smartphonegebruikers tussen de 11 en 17 jaar ontvangen dagelijks gemiddeld 237 notificaties op hun scherm. Sommigen zelfs 4.500
100%
Het aantal jongeren dat zich eenzaam voelt op school verdubbelde sinds 2012
16,6 %
Een op de zes kinderen speelt nooit meer buiten
Een vraag waar we allemaal wat mee moeten, vinden wij, is deze: wordt het niet tijd om ons smartphonegebruik eens fundamenteel tegen het licht te houden? Om eens onbarmhartig in de spiegel te kijken? Want als we Jonathan Haidt moeten geloven, zetten we het welzijn van deze en volgende generaties op het spel. Wat zijn de feiten? We doken in de gigantische hoeveelheid artikelen, onderzoeken en studies die er inmiddels zijn, en hielden uiteenlopende data tegen het licht. De focus hierbij lag op fysieke en mentale gezondheid, relaties en vriendschappen, school- en werkprestaties, algemene ontwikkeling en kwaliteit van leven.
Ongetwijfeld is deze selectie niet compleet. En allerlei voordelen van smartphones en digitale innovatie blijven grotendeels onbenoemd. Want als je in ogenschouw neemt dat 96 procent van de Nederlanders inmiddels een smartphone bezit, is verdere reclame wat ons betreft niet echt nodig.
Feit 1. Grote kans dat uw kind zich stoort aan uw smartphonegedrag
Zes op de tien jongeren storen zich aan het schermgedrag van hun ouders, aldus een onderzoek van I&O Research in opdracht van de Volkskrant. Vooral irritant: ouders die de smartphone erbij pakken tijdens de avondmaaltijd. ‘Ook vinden jongeren het oneerlijk dat ouders vaker op hun telefoon mogen dan zij.’
Er is veel onderzoek gedaan naar het effect van technoference – een samentrekking van technology en interference (verstoring) – op de ouder-kindrelatie. Onderzoekers van de KU Leuven ontdekten dat kinderen tussen 9 en 12 jaar oud die het gevoel hadden dat hun ouders veel met technologie bezig waren, hun relatie met hun ouders als meer conflictueus beoordeelden en minder kameraadschap ervoeren. Vooral wanneer moeders veel met hun telefoon bezig waren, voelden kinderen minder emotionele steun. Chinees onderzoek onder adolescenten wijst daarnaast uit dat de kinderen van ouders die hun smartphone overmatig gebruiken een fors grotere kans maken op smartphoneverslaving. Bovendien zijn ze vaker eenzaam en sociaal minder weerbaar.
Onderzoekers van Tilburg University bestudeerden de interactie tussen ouders en kinderen in de wachtkamer van het consultatiebureau. Ze ontdekten dat ouders vijf keer minder vaak reageerden op vragen van hun kinderen wanneer ze op hun telefoon keken.
De reacties waren ook minder positief en eerder afwijzend van aard, schrijft de Volkskrant, die ook sprak met de betrokken onderzoeker Mariek Vanden Abeele. ‘Iedereen die weleens met een jong kind op stap gaat én tegelijkertijd een prangende werkmail binnenkrijgt, kan zich dit waarschijnlijk goed voorstellen: de reactie “mama is even bezig” verandert snel in het snauwerige “even wachten zei ik toch!”’ “Mensen zijn niet goed in multitasken”, zegt Vanden Abeele. “Zeker als het gaat om het schakelen tussen rollen, bijvoorbeeld van werknemer naar vader en weer terug; dat vergt veel van ons brein.
KIJKEN Het VRT-programma De Wonderjaren deed onderzoek naar hoe peuters reageren wanneer een ouder onbereikbaar lijkt door bijvoorbeeld op een telefoon te kijken. Ze haalden hiervoor het still face-experiment uit de jaren zeventig van stal. Je ziet ouders eerst vrolijk spelen met hun peuter. Vervolgens, op aanwijzing van een onderzoeker, neemt de ouder een uitdrukkingsloze houding aan, en is er ook geen oogcontact meer. De peuters werden vrijwel direct onrustig, jengelig en huilerig.
Feit 2. We vervelen ons nooit meer en dat maakt ons minder creatief
Als je oud genoeg bent om je een tijd vóór het internet te herinneren, herken je het gevoel van intense verveling ongetwijfeld. Zonder de afleiding van elektronische apparaten, kon het zomaar gebeuren dat je als kind de hele middag een bal tegen een muur schopte om jezelf maar bezig te houden. Die middagen kunnen de Emma’s en Timo’s van nu zich waarschijnlijk niet voorstellen met eindeloos veel games of socialmedia-apps die hun middag vol verveling kunnen vullen. Onderzoek geeft aan dat we iets verloren door de jaren heen, waarin eindeloze middagen vol verveling veranderden in gevulde dagen met eindeloze prikkels. Want ook volwassenen verwijderen verveling uit hun leven. Wanneer je wacht op je kappersafspraak, je op de wc zit, of staat in de trein, heb je al snel je smartphone in de hand om de tijd te doden.
“Diepgaande verveling klinkt misschien vooral negatief, maar kan juist ontzettend positief zijn. Mits mensen de kans krijgen om ongestoord na te denken en zich te ontwikkelen”, aldus Timothy Hill, een Britse socioloog die verveling onderzocht. Als je je verveelt, ontstaat er ruimte voor nieuwe ideeën en dat stimuleert het creatieve denken.
Onderzoekers hebben onlangs de creativiteit bevorderende effecten van verveling bevestigd door een groep deelnemers te onderwerpen aan de geestdodende taak om 15 minuten lang het telefoonboek te kopiëren. Nadat ze op deze manier een staat van totale verveling hadden bereikt, kregen de proefpersonen een standaard creativiteitstest, waarbij ze zo veel mogelijk toepassingen moesten bedenken voor een gewoon huishoudelijk artikel, in hun geval een plastic beker. Hun resultaten werden vergeleken met die van een controlegroep die niet vooraf door verveling was gekweld. De telefoonboekkopieerpersonen bleken creatiever te zijn.
Veel belangrijke denkprocessen lijken beter op gang te komen bij momenten van rust gedurende de dag. Tijd voor rust vult de aandacht en motivatie van de hersenen weer aan, helpt bij het verbeteren van productiviteit en creativiteit, en is van cruciaal belang om op z’n best te kunnen presteren en om herinneringen goed vast te kunnen leggen in ons dagelijks leven.
Feit 3. Eenzaamheid op school is sinds de introductie van de smartphone verdubbeld
In veel studies naar de impact van smartphones is 2012 een terugkerend jaartal. Waarom? Omdat rond die tijd social media beschikbaar kwamen op mobiele telefoons en razendsnel in populariteit toenamen. ‘Het is ook het moment waarop Instagram wereldwijd aansloeg bij meisjes en jonge vrouwen, na de overname door Facebook’, zegt de Amerikaanse sociaal psycholoog Jonathan Haidt.
Er is geen wereldwijd onderzoek naar de geestelijke gezondheid van adolescenten met gegevens van vóór 2012 tot nu, erkent Haidt in The New York Times. ‘Er is echter wel iets wat in de buurt komt. Het Program for International Student Assessment (PISA) heeft sinds 2000 elke drie jaar in tientallen landen 15-jarigen ondervraagd. De enquête bevatte zes vragen over eenzaamheid op school. Eenzaamheid is zeker niet hetzelfde als depressie, maar de twee zijn wel gecorreleerd – eenzame tieners zijn vaak depressieve tieners en vice versa.’
Haidt ontdekte dat in 36 van de 37 landen de eenzaamheid op school is toegenomen sinds 2012. Studenten onderschreven uitspraken als ‘Ik heb het gevoel dat ik erbij hoor op school’ steeds minder, en herkenden zich juist meer in een uitspraak als ‘Ik voel me eenzaam op school’.
‘We hebben de 37 landen gegroepeerd in vier geografische en culturele regio’s en we hebben in alle regio’s hetzelfde patroon gevonden: eenzaamheid onder tieners was relatief stabiel tussen 2000 en 2012, met minder dan 18 procent die een hoge mate van eenzaamheid rapporteerde. Maar in de zes jaar na 2012 stegen de percentages dramatisch. Ze verdubbelden ruwweg in Europa, Latijns-Amerika en de Engelssprekende landen, en stegen met ongeveer 50 procent in de Oost-Aziatische landen.’
MEER LEZEN? Is die plotselinge stijging niet gewoon toeval? In The New York Times schreef Jonathan Haidt uitgebreid over eenzaamheid op school en de onderzoeksmethode.
Feit 4. Sinds social media op smartphones beschikbaar kwamen, namen zelfverwondingen en zelfdodingen onder tienermeisjes explosief toe
Tussen 2010 en 2015 nam het aantal jongeren met angsten en depressies ineens sterk toe. Wereldwijd, ongeacht etniciteit, gender of economische status. Hoewel cijfers in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk nog hoger waren, was ook in Nederland een forse stijging te zien: in 2009 zei 14,5 procent van de middelbare scholieren emotionele problemen te hebben, in 2013 was dat 20 procent. Voor meisjes was de stijging het grootst. Het percentage steeg van ruim 21 procent in 2009 naar 31 procent in 2013, en vervolgens tot 43 procent in 2021. Deze trend zien we inmiddels ook ontstaan onder meisjes op de basisschool.
Recente Nederlandse cijfers laten zien dat bijna een derde van de meisjes tussen de 14 en 17 jaar denkt dat social media een slechte invloed hebben op hoe gelukkig ze zich voelen, en bijna de helft denkt dat het hun zelfbeeld negatief beïnvloedt.
Jonathan Haidt, die we al eerder aanhaalden, is een van de meest uitgesproken stemmen in het debat over de mentale gezondheidscrisis, zoals hij het noemt.
De generatie geboren na 1995, generatie Z, is volgens hem de eerste generatie in de geschiedenis die ‘de puberteit doorliep met een portaal in hun broekzak dat hen wegriep van de mensen in hun omgeving, naar een alternatief opwindend, verslavend en instabiel universum’.
Om sociaal te slagen in dat universum, zegt Haidt, moeten ze een groot deel van hun aandacht wijden aan het beheren van hun online merk, het plaatsen van zorgvuldig samengestelde foto’s en video’s van hun leven. ‘Noodzakelijk om acceptatie te krijgen van leeftijdsgenoten en om online shaming, de nachtmerrie van de adolescentie, te vermijden.’ Tieners van gen Z werden in beslag genomen door vele uren per dag te scrollen door de perfecte posts van vrienden, kennissen en influencers. (…) Voor spelen, praten, lichamelijk contact of zelfs oogcontact met vrienden en familie was veel minder tijd.’ Ze oefenden zodoende veel minder in sociaal gedrag dat essentieel is voor een gezonde menselijke ontwikkeling. ‘De leden van gen Z’, zegt Haidt, ‘zijn de proefpersonen voor een radicaal nieuwe manier van opgroeien. Het resultaat? Een angstgeneratie.’
Er is ook kritiek op het idee dat social media de oorzaak van de verslechterde mentale gezondheid zouden zijn. Zo laten veel onderzoeken wel een correlatie zien tussen beide, maar dat er samenhang is, betekent nog niet dat het een het ander veroorzaakt, zeggen critici. De meeste meta-analyses komen tot een klein effect van social media op de mentale gezondheid.
Haidt wijst in reactie op deze kritiek onder meer op de hardere cijfers die rondom zelfdoding en zelfverwonding worden bijgehouden. Op zijn website heeft Haidt overzichten van land na land waar ongeveer rond 2012 een sterke stijging te zien is in zowel het aantal opnames op de eerste hulp in verband met zelfverwonding, als het aantal jongeren dat kiest voor zelfdoding. Opvallend is dat de stijgingen extreem hoog (tot wel 500 procent) zijn onder jonge tieners (10-14 jaar).
MEER LEZEN? After Babel is het online platform van Jonathan Haidt, waarop hij alle onderzoeken, casestudies en research toegankelijk heeft gemaakt.
Feit 5. Als je foto’s neemt van een kunstwerk in een museum, onthoud je er minder van dan als je gewoon kijkt met je ogen
@HumansNoContext deelde op X, voorheen Twitter, een filmpje van de nieuwjaarsfestiviteiten, afgelopen jaarwisseling bij de Arc de Triomphe in Parijs. De klok, geprojecteerd op het monument, telt af naar 0, en in de mensenzee ervoor zie je duizenden oplichtende telefoons, die allemaal vrijwel hetzelfde beeld vastleggen. Als het vuurwerk losbarst, is er niemand die zijn telefoon opbergt, geliefden om de hals vliegt, of wat dan ook. Not a single person living in the moment, is het bijschrift.
Is dat problematisch? Onderzoek onder museumbezoekers toonde aan dat als mensen een ervaring vastleggen met een camera, ze minder details van die ervaring onthouden in vergelijking met mensen die de ervaring alleen met hun eigen zintuigen beleven. De studie concludeerde dat mensen die foto’s namen van kunstwerken in een museum minder goed in staat waren om zich details van de werken te herinneren in vergelijking met deelnemers die geen foto’s namen.
Buiten het museum is het eigenlijk hetzelfde verhaal, bewees een andere studie. De resultaten toonden aan dat mensen die foto’s namen van een reeks beelden minder goed waren in het onthouden van details van de scènes in vergelijking met deelnemers die geen foto’s namen. Being in the moment, zoals bovenstaand twitteraar het noemt, wordt met andere woorden bemoeilijkt als je almaar foto’s maakt.
Overigens kan deze vlieger ook in thuissituaties opgaan. Ouders, verzorgers, of grootouders die de ganse dag hun koters aan het fotograferen zijn, kunnen een gezonde ouder-kindrelatie in de weg zitten. Immers, het vermogen van de (groot)ouder om zich volledig te concentreren op het moment wordt op de proef gesteld, en het kind dat altijd maar moet voldoen aan ‘perfecte’ of gestileerde momenten, zal later moeite hebben de ‘echte’ van de ‘gemaakte’ herinneringen te onderscheiden.
Feit 6. Je smartphone is een relatieverpester
De resultaten van een onderzoek onder getrouwde stellen in India zijn niet mals. Liefst 88 procent van de respondenten vindt dat de smartphone de relatie met zijn of haar echtgenoot schaadt.
Amerikaans onderzoek onder 170 studenten met een relatie wijst in dezelfde richting. De respondenten werden eerst gevraagd naar hun eigen smartphonegebruik: hoe afhankelijk voelden ze zich van hun apparaat en hoe erg zouden ze het vinden om hem een dag niet te gebruiken? Daarna beantwoordden ze soortgelijke vragen over de smartphone-afhankelijkheid van hun eigen partner.
Wat bleek? Mensen die afhankelijker waren van hun smartphone gaven aan minder zeker te zijn van hun partnerschap. En respondenten die vonden dat hun partner te afhankelijk was van zijn of haar apparaat, zeiden dat ze minder tevreden waren in hun relatie.
Een studie in het tijdschrift Psychological Reports duikt in de gevolgen van phubbing in relaties. Phubbing, een samenvoeging van phone en snubbing (afpoeieren), duidt op het genegeerd worden door iemand die meer aandacht heeft voor z’n telefoon dan voor het gesprek.
De onderzoekers schatten in dat er in bijna alle relaties wel ‘gephubbed’ wordt. En ze onderscheiden allerlei variaties. Naar je telefoon kijken tijdens maaltijden, gesprekken of uitjes, je telefoon altijd in het zicht houden, de smartphone in de hand houden of ’m erbij pakken zodra de telefoon een signaal afgeeft, of als er een pauze valt in het gesprek.
De gevolgen zijn niet kinderachtig, stellen de onderzoekers. Phubbing kan je partner gekwetst achterlaten, jaloezie en wrok veroorzaken, gevoelens van angst en depressie versterken, ruzies aanwakkeren, gevoelens van onderwaardering en verwaarlozing oproepen, je partner kan zich buitengesloten voelen. En door al dat gephub komt er van intimiteit nog maar weinig terecht.
Feit 7. Wie met schermen opgroeit, leest minder boeken
‘Jong geleerd, is oud gedaan’, dat geldt zeker ook voor lezen. Mensen boven de 50 jaar pakken sneller een boek op dan jongere generaties, omdat zij zijn opgegroeid in een tijd waarin boeken en gedrukte media de enige media tot hun beschikking waren. Onderzoek laat zien dat mensen vaak neigen naar media waarmee ze zijn opgegroeid, waardoor de opkomst van nieuwe media vooral invloed heeft op het leesgedrag van jongeren. Elke nieuwe generatie leest minder dan de voorgaande generatie. Nederlandse jongeren tussen de 13-19 jaar lezen gemiddeld veertien minuten per dag, terwijl 65-plussers gemiddeld een uur en 22 minuten per dag lezen. Onder die jongeren is bovendien in de periode van 2013-2018 een leesdaling te zien van 40%, terwijl het patroon bij oudere mensen stabiel is. Al twintig jaar nemen de leesprestaties van basisschoolleerlingen af, blijkt uit het internationale leesonderzoek Pirls, dat de leesmotivatie en leesvaardigheid van tienjarigen in kaart brengt. “In 2001 stond Nederland op de tweede plaats, in 2016 op de veertiende. Op Frankrijk na kent geen enkel land zo’n scherpe daling in de leesresultaten van tienjarigen”, schreef De Groene Amsterdammer in 2022.
Is de smartphone van dit alles de schuld? Zo simpel ligt het niet. Eliane Segers is hoogleraar Leren en Technologie aan de Radboud Universiteit en doet onderzoek naar digitaal lezen, een van de vormen van nieuwe media. Het enige echt negatieve aspect van de digitalisering in combinatie met lezen komt volgens Segers van de continue afleiding die alle andere software, zoals van WhatsApp, op digitale devices brengt. “Als kinderen hun mobiel mee mogen nemen naar school zeg je in feite: neem al je legospulletjes maar mee.”
Recent onderzoek onder Turkse middelbare scholieren gaf een aantal interessante inzichten. Tijdens hun leesopdrachten stopten de scholieren gemiddeld genomen bijna drie keer, omdat ze werden afgeleid door hun telefoon. Ook bleek dat zij die weinig lezen, of zich daarbij makkelijk laten afleiden, ook degenen waren met hogere niveaus van smartphoneverslaving. Naast dat ze vaak worden afgeleid door hun telefoon, vinden deze jongeren lezen vaak niet leuk of beginnen ze niet aan een lang verhaal.
Feit 8. Hoe jonger je aan een smartphone begint, hoe groter de kans op depressie
Dat blootstelling aan een smartphone met social media ook invloed heeft op de ontwikkeling van kinderen, blijkt duidelijk uit onderzoek van Sapien Labs. Op basis van data van bijna 28.000 jongvolwassenen (18-24 jaar) van over de hele wereld, bleek dat hoe ouder iemand was toen hij of zij voor het eerst een smartphone kreeg, hoe beter die persoon scoorde op de ‘Mental Health Quotient’, een schaal waarop mentale gezondheid kan worden gemeten.
Die connectie vonden de onderzoekers niet alleen voor de mentalegezondheidsscore, maar ook voor scores op gebieden als aanpassingsvermogen en veerkracht, motivatie, ‘mind-body’-connectie, cognitie, zelfbeeld, stemming en kijk op de wereld. Voor elk van deze gebieden gold: hoe jonger een smartphone, hoe slechter de score.
Om te testen of het gebruik van de smartphone, en vooral social media, de mentale gezondheid verslechtert, zijn er meerdere experimentele studies gedaan waarbij jongeren in groepen verdeeld werden: de ene groep moest zijn socialmediagebruik drastisch inperken, de andere groep moest het juist zo houden. In sommige gevallen moest een bepaalde groep deelnemers 30 minuten per dag minder scrollen, en die tijd besteden aan een fysieke activiteit.
Je zou zeggen dat de uitkomsten duidelijkheid zouden moeten geven, maar er zit nog een behoorlijk verschil in de resultaten. Om dat te kunnen duiden is sociaal psycholoog Jonathan Haidt in de data gedoken, en keek naar de tijdsspanne die de onderzoekers hanteerden. Dat leverde een duidelijker beeld op.
Sommige onderzoeken vroegen jongeren na één of een paar dagen zonder socials hoe het met hun mentale gezondheid stond. Anderen lieten ze langer afkicken voor ze die vraag stelden. En dat is ook logisch, stelt Haidt. Als social media een verslaving vormen, voel je je na twee dagen afkicken natuurlijk niet beter. Waarschijnlijk juist slechter.
Dat klopte met de verschillende uitkomsten van de onderzoeken. Die waar jongeren een dag of een week later werden ondervraagd, vonden bijna allemaal geen verbetering van de mentale gezondheid. Maar van de onderzoeken die minstens een maand (een groot deel zelfs een jaar) later de vraag naar de mentale gezondheid stelden, vond bijna driekwart dat gebruikers zich veel beter voelden.
Feit 9. Een telefoon in de klas is nadelig voor leerprestaties. Zelfs als-ie op ‘stil’ staat
‘Door onze telefoons zijn we altijd ergens anders’, schrijft MIT-professor Sherry Turkle in haar boek Reclaiming Conversation. Als we willen dat kinderen aanwezig zijn, goed leren, vrienden maken en het gevoel hebben dat ze erbij horen op school, moeten we smartphones en social media zo veel mogelijk weren uit het klaslokaal.
Er zijn tientallen onderzoeken geweest naar de impact van telefoons in het klaslokaal. Het leeuwendeel ervan wijst op negatieve gevolgen: lagere cijfers voor toetsen en examens, een teruggelopen concentratievermogen, een verslechterd (langetermijn)geheugen, verminderde aandachtsspanne en een negatieve invloed op taalvaardigheid, vooral bij intensief mediagebruik.
Eén studie toonde zelfs aan dat alleen de aanwezigheid van je smartphone al afbreuk doet aan je leerprestaties, ook al gebruik je ’m niet actief. De studenten die deelnamen aan dit onderzoek, kregen gebruikelijke tests voorgeschoteld om geheugencapaciteit en intelligentie te meten. Ze werden willekeurig ingedeeld in drie groepen en kregen de volgende instructies: (1) leg je telefoon op je bureau, (2) laat hem in je zak of tas zitten, of (3) laat hem in een andere kamer liggen. In geen van de gevallen werd de telefoon actief gebruikt. De enige mogelijke afleiding was de wetenschap dat je telefoon daar lag, met misschien wel berichtjes en socialmediaposts die op je lagen te wachten. Wat bleek? Hoe dichter de telefoon bij het bewustzijn van de studenten lag, hoe slechter ze presteerden.
MEER LEZEN? Het researchteam van Haidt verzamelt verhalen van scholen die de telefoon uit het klaslokaal, of zelfs helemaal weren.
Feit 10. Gps-tracking kan de vertrouwensband tussen ouder en kind schaden
Het risico dat je kind ‘met een engerd meehuppelt, die (…) hem een busje in duwt’, zoals een bezorgd artikel in Ouders van Nu het omschrijft, is bijna nul. In 2023 werd in Nederland niet één kindontvoering door vreemden geregistreerd. Ook buiten Nederland is het risico daarop veelal nihil.
Meer reële gevaren en risico’s, in het verkeer, of bij foute vrienden, nemen niet af als je weet waar je kind zich bevindt. Niettemin is het aanbod van kindvolgsystemen – al dan niet met SOS-knop – de afgelopen jaren door het dak gedaan. Ruim driekwart van de ouders in Nederland volgt z’n kind inmiddels via smartphones of andere gadgets, of heeft daar wel oren naar, blijkt uit onderzoek van bureau Sherloq. Het geeft gemoedsrust, zeggen ouders. En ze vinden het handig.
Verschillende studies wijzen op de nadelige effecten. Voor ouders, omdat ze zich meer zorgen maken, maar zeker ook voor het kind. Dat weet of waant zich immers doorlopend bekeken, en dat kan het vertrouwen tussen ouder en kind ondermijnen, stelde psycholoog Lisa Damour in The New York Times. Sommige apps of gadgets geven ouders een signaal als het kind zich buiten een bepaald gebied begeeft. Kan het zich nog wel echt vrij voelen, als het weet dat papa en mama meekijken? ‘Het is een geweldig geschenk als je ouders hebt die je vertrouwen, en in je geloven. Maar met volgapparatuur kun je als kind niet bewijzen dat je te vertrouwen bent’, zegt Lenore Skenazy, directeur van de Amerikaanse organisatie Free-Range Kids.
Een kind dat zonder toezicht kan buiten spelen, inclusief alle risico’s om zich te bezeren, vindt daarmee juist een uitstekende leerschool voor zelfredzaamheid, voor creativiteit en voor weerbaarheid (tegen pestkoppen), zegt ook de Amerikaanse neurowetenschapper Peter Gray, die veel onderzoek deed naar spelende kinderen. Hij signaleert dat er de afgelopen decennia een enorme afname is geweest in de ruimte voor kinderen om dingen zelf te doen. ‘Om naar school te lopen, in het park te spelen, een bijbaantje te nemen, zonder continu gemonitord te worden door volwassenen.’
De druk op ouders om hun kinderen honderd procent veilig te houden voor gevaren, is daar mede debet aan, zegt hij. ‘Maar het effect van die controlezucht’, zegt Gray, ‘zijn generaties kinderen die worstelen met angsten en depressiviteit en het moeilijk vinden om controle te nemen over hun eigen leven.’
MEER LEZEN? Hier een essay over het belang van buiten spelen met risico’s.
Feit 11. Smartphone kan slaap, nek en ogen verpesten
De telefoon in de slaapkamer heeft meestal als excuus dat-ie als wekker wordt gebruikt, maar in werkelijkheid wordt er waarschijnlijk ook nog flink wat gescrold voor bedtijd. En dat is niet zo best voor je slaap. Het scherm van de smartphone (en overigens ook van tablets en tv’s) geeft veel blauw licht, wat invloed heeft op de aanmaak van het slaaphormoon melatonine. De duur en kwaliteit van je slaap lijden onder schermgebruik in de avond.
In 2019 bracht het RIVM voor het eerst schermgebruik van kinderen en jongeren in kaart, in samenhang met hun slaap. 22 procent van alle kinderen (8-13 jaar) gebruikt dagelijks een scherm in de avond; onder jongeren van 13 tot 18 jaar is dit 83 procent. Gemiddeld slapen zij 40 minuten per dag minder.
Verschillende onderzoeken vonden daarnaast dat mensen die hun smartphone gebruikten voor het slapengaan minder diep slapen, dat ze moeilijker in slaap vallen en dat de kwaliteit van hun slaap slechter is.
Misschien heb je gemerkt dat je na een dag achter een scherm werken vermoeide en geïrriteerde ogen hebt. Dat komt doordat je minder knippert door de dag heen. Dat zorgt voor droge ogen en kan leiden tot hoofdpijn en tijdelijk wazig zien. Dit is voor volwassenen niet schadelijk, maar voor kinderen kan lang naar een scherm kijken leiden tot bijziendheid. Omdat het oog voor lange tijd dichtbij moet focussen, verlengt de oogbol. Dit kan de groei beïnvloeden. Een op de drie mensen in Nederland is bijziend, maar onder jongeren is dit al de helft. Minder naar schermen kijken en meer naar buiten gaan is een goede manier om bijziendheid af te remmen, zegt onderzoeker Virginie Verhoeven. Als de sterkte van je oog -6 wordt, heb je meer kans om slechtziend te worden.
We kennen allemaal de tennisarm en de muisarm: wanneer je langdurig in dezelfde houding zit of veelvuldig dezelfde beweging maakt, kan dat lichamelijke klachten geven. Zo ook smartphonegebruik: wie op zijn telefoon tuurt, zit vaak met gebogen rug, een naar voren hangend hoofd en een naar achteren uitstekende nekwervel. Dit kan een gebogen postuur en nek- en schouderklachten geven, ook wel techneck genoemd.
Uit cijfers van het Nivel blijkt dat waar in 2015 per duizend inwoners nog 12,3 mensen met nieuwe nekklachten naar de huisarts gingen, dat er in 2022 18,3 per duizend inwoners waren. Volgens de RSI Vereniging ligt de oorzaak van die toename vooral bij de smartphone.
Feit 12. Appen tijdens het uitlaten? Daar kan je hond depressief van worden
Hondenbezitters die hun socials bijwerken terwijl ze de hond uitlaten, lopen het risico hun huisdier met depressiviteit en gedragsproblemen op te zadelen, aldus dierengeneeskundige en oprichter van VetUK, Iain Booth: ‘Onze telefoonobsessie brengt de belangrijke relatie die we met onze huisdieren hebben in gevaar.’ Het gaat vooral op bij honden, en in mindere mate bij huiskatten, zegt Booth. Immers, honden zijn roedeldieren, die van hun baasjes leiderschap verwachten.
‘Je hond heeft constante feedback en interactie nodig’, zegt Booth tegen Metro. ‘Hij wil het je naar de zin maken – dat is nu eenmaal hoe hij evolutionair is ingesteld.’
Booth waarschuwt dat je hond problematisch gedrag kan gaan vertonen als je geen of weinig aandacht geeft, en doorlopend op je smartphone gericht bent, al zal de mate waarin die problemen optreden sterk van je hond afhangen.
‘Sommige honden zullen gewoon geduldig wachten tot je klaar bent met scrollen door Instagram. Andere zullen echter gebruikmaken van je verstrooide toestand om een ravage aan te richten, of zullen zich slecht gaan gedragen om je aandacht te krijgen.’
Als je niet de moeite kunt nemen om met hem om te gaan, zal hij in plaats daarvan met andere mensen of andere honden omgaan, legt Iain uit. En ook ondeugend, lastig of agressief gedrag kan het gevolg zijn. Bovendien zal je hond steeds minder goed luisteren, zegt Booth. ‘Depressie bij honden is iets heel reëels’, benadrukt hij.
Feit 13. Wie doorlopend naar z’n telefoon grijpt, is minder tevreden met z’n vriendschappen
Phubbing (zie ook feit 6) onder vrienden heeft een heel eigen term: fphubbing (friend phubbing). En dat komt vaker voor het reguliere phubbing. Bij vreemden en kennissen lukt het makkelijker om de telefoon uit beleefdheid in de zak te houden. Vooral mensen met problematisch smartphonegebruik zijn hardnekkige phubbers. Ook de angst om iets te missen, beter bekend als the fear of missing out (FOMO), speelt een rol.
Wees geen slaaf van je scherm. Tien tips
- Stel smartphonevrije zones in. Neem je telefoon nooit mee naar bed, weer ‘m van de eettafel en bij sociale bijeenkomsten
- Geef je tiener geen smartphone, maar een dumbphone, zo kun je toch bellen of sms’en als het nodig is
- Zit je kind eens niet lekker in z’n vel? Gun hem of haar dan juist geen extra schermtijd uit empathie; want zo leer je je kind toevlucht te zoeken bij het scherm als het eens wat minder gaat
- Installeer apps als Unpluq, om afleiding van je telefoon te minimaliseren en de maximale gebruiksduur van bepaalde apps in te stellen
- Als je gaat wandelen, laat dan je telefoon thuis
- Gebruik weer eens een ouderwetse routekaart. Wie navigeert zonder GPS verhoogt z’n bewustzijn van de omgeving
- Bespreek het smartphone-vraagstuk met andere ouders, en spreek een gezamenlijke aanpak af
- Koop een wekker! Zodat je je telefoon niet naast je bed hoeft te laten liggen, en je ‘ s ochtends bij het wakker worden naar de vogeltjes kunt kijken
- Creëer een centrale oplaadzone in huis, buiten slaapkamers, waar gezinsleden hun smartphones (’s nachts) kunnen opladen.
- Zoek analoge alternatieven. Lees een boek, beluister een LP, fotografeer met rolletjes, en (her)ontdek de schoonheid van leven met aandacht
Karen Douglas, hoogleraar aan de University of Kent, spreekt van phubbing-karma: als je iemand phubt, is de kans groot dat ze jou ook phubben. “Dit is min of meer een geaccepteerde manier van communiceren geworden. Mensen phubben vaker als ze zien dat het bij anderen gebeurt en als het bij henzelf gebeurt.”
Fphubbing is niet alleen onbeleefd, en weinig attent. Het leidt ook tot een lagere mate van vriendschapstevredenheid, blijkt uit onderzoek. Mensen met meer depressie en sociale angst lieten meer fphubbing zien, terwijl mensen met een hogere mate van vriendelijkheid minder actief fphubben. Ook laten verschillende onderzoeken zien dat phubbing een direct en negatief verband heeft met de tevredenheid over je leven.
Feit 14. Navigeren met je telefoon maakt je hersenen lui
De Albert Heijn, de school van je kinderen, je kantoor of het huis van je ouders: het zijn misschien een paar van de weinige plekken waar je naartoe kunt rijden zonder Google Maps of andere navigatiesoftware te gebruiken. Want of je nu op vakantie gaat of naar een werkafspraak, je volgt blindelings het gps-systeem van je auto of smartphone. Vaak zonder te weten waar je eigenlijk precies bent.
Is dat erg? London University College deed er in 2017 een onderzoek naar. Vrijwilligers moesten door middel van een simulatie door een bekende Londense wijk wandelen, terwijl hun hersenactiviteit werd gemeten. Deelnemers moesten de ene keer door zelf te navigeren bij hun bestemming zien uit te komen, andere keren kregen ze stapsgewijs route-aanwijzingen mee.
De resultaten lieten zien dat bij het ouderwetse navigeren bepaalde delen van de hersenen, zoals de hippocampus en de prefrontale cortex, extra actief worden. Dit gebeurt vooral als ze nieuwe wegen verkennen en er veel keuzes te maken zijn. Die extra hersenactiviteit werd niet gezien als de deelnemers stap-voor-stap-instructies volgden.
Onderzoek door de Universiteit van Texas waarschuwt dat een te grote afhankelijkheid van je mobiele apparaat in het uitvoeren van basale taken kan leiden tot mentale luiheid. Bewijs daarvan leverde een Oostenrijks gezin dat voor een welverdiende vakantie op weg ging naar Kroatië. Het plan was om in Salzburg een tussenstop te houden. Maar in plaats van het Oostenrijkse Salzburg, navigeerde het gezin naar de gelijknamige plaats in het Duitse Westerwald, 640 kilometer noordelijker.
Navigeren met een echte kaart is overigens ook een probaat middel om langer mentaal gezond te blijven. Een recente studie van de McMaster University in Canada toont aan dat klassiek kaartlezen kan helpen om de kans op geheugenproblemen en symptomen van alzheimer te verminderen.
Feit 15. Eén op de zes kinderen speelt nooit meer buiten
Ook al wil de helft van de Nederlandse kinderen meer buiten spelen, slechts één op de vijf kinderen speelt dagelijks buiten, meldt het Nederlands Jeugdinstituut. Eén op de zes kinderen doet dat nooit meer en een van de redenen daarvoor zijn digitale media.
Niet alleen in Nederland, maar ook in Ierland besteden steeds meer kinderen veel tijd op hun smartphone. Dat zie je terug in de deelname aan sport en muzikale activiteiten. Nog maar 34% van de Ierse kinderen sport iedere dag, terwijl dit tien jaar geleden nog 44% was. Het aantal 9-jarigen die een telefoon bezitten, is de afgelopen tien jaar wél gestegen: van 44 naar 54 procent. Veel kinderen worden zo geobsedeerd door het internet dat ze hun vrienden en hobby’s aan de kant zetten, blijkt uit Brits onderzoek. Ouders geven toe dat ze de controle over de onlinegewoonten van hun kinderen kwijtraken.
Het toenemende gebruik van smartphones wordt gepresenteerd als een van de belangrijkste oorzaken van afname van de buitenspeeltijd van kinderen. Amerikaans onderzoek onder kinderen van 10 tot 14 jaar laat zien dat smartphones volledig geïntegreerd zijn in hun leven. 72% van de kinderen heeft altijd zijn smartphone bij zich, en 63% ook wanneer ze buiten zijn. Buiten spelen is echter essentieel voor de ontwikkeling van kinderen, zeggen de onderzoekers: het geeft hun de kans om verschillende vaardigheden te oefenen.
Gespreksvragen
- Laat je je partner, ouder, kind of vriend weleens wachten omdat je ‘nog even’ een berichtje moet versturen?
- Heb je jezelf ooit in gevaarlijke situaties gebracht doordat je werd afgeleid door je telefoon, bijvoorbeeld tijdens het oversteken van de straat?
- Ga je weleens later slapen dan je zou willen doordat je in bed je telefoon slecht kunt wegleggen?
- Heb je gemerkt dat je minder sport en buiten bent doordat je telefoon zo veel tijd opslorpt?
- Kom je nog weleens toe aan hobby’s? Of is je smartphone je hobby geworden?
- Heb je ooit gemerkt dat je je eenzaam voelt tijdens het scrollen?
- Check je tijdens een kerkdienst of viering weleens de updates op je telefoon?
- Lukt het je weleens om zonder afleiding en prikkels stil te zijn, en te genieten van bijvoorbeeld de natuur?
- Heb je ooit een conflict gehad met vrienden of familieleden vanwege je telefoongebruik?
- Wat is de langste periode dat je zonder je telefoon hebt doorgebracht? Hoe voelde dat?
- Heb je ooit gemerkt dat je sociale interacties oppervlakkiger zijn geworden door het gebruik van je telefoon?
- Is er een specifiek moment waarop je besefte dat je telefoongebruik te ver was gegaan?
- Hoe denk je dat jouw relatie met technologie verschilt van die van je ouders of grootouders op jouw leeftijd?
- Als je ’s ochtends wakker wordt, kijk je dan eerst in het gezicht van je partner? Of eerst op je smartphone
- Zou je ooit overwegen om een digitale detox te doen? Waarom (niet)?
Voor een overzicht van alle in dit stuk aangehaalde onderzoeken, klik hier.
Schrijf je in voor de nieuwsbrief
Kerst begint niet bij het licht. Maar in de ramp. In de nacht.
De weg kwijt in het Israël-Palestinaconflict? Dit moet je weten
'Is de kloof in de kerk nog te dichten? Misschien niet'
‘Soms zit ik live een preek te factchecken’
Van de vrijzinnige Kuitert kunnen we allemaal leren
Meer artikelen in dossier Cultuur & geloof
'Blijf nog even,' zei Stef Bos, 'dit is belangrijk'
07 november 2024Als je Nederlanders voor het eerst hoort praten, klinken ze zo boos. Dat zei de Iraans-Nederlandse schrijfster Sholeh Rezazadeh. "Het klinkt echt alsof jullie voortdurend ruziemaken met elkaar. Jullie zien er wel vriendelijk uit hoor, wees niet bang, maar jullie taal is zo hard en grof."
Handen, blikken
07 november 2024De vader van Shakespeare was handschoenenmaker. Honderden handen moet hij aangeraakt hebben; geschat hoe lang de vingers en hoe breed de rug. Hoe opwindend het kleden van handen in allerlei soorten leer en vilt me ook lijkt, naakt zijn ze op hun mooist.
Blote voeten, maar geen schone handen
11 juli 2024In A New Kind of Wilderness volgen we een Noors-Brits gezin dat probeert te leven volgens zijn idealen. Totdat de realiteit dat door een tragische gebeurtenis haast onmogelijk lijkt te maken. Filmkenner en theoloog Jaap-Harm de Jong bekeek de documentaire voor De Nieuwe Koers: 'Zelfs de grootste ...